Een onderschoeiing is noodzakelijk als bouwputbeschoeiing wanneer je de fundering van een bestaand gebouw moet verdiepen. In sommige situaties zit de draagkrachtige grondlaag evenwel op grotere diepte. In die situaties combineren we de onderschoeiing met micropalen of groutpalen die eerst de stabiliteit van het bestaande gebouw verzekeren. Anders riskeer je zettingen of scheuren.
Een bestaand gebouw, heeft zich doorheen de tijd ‘gezet’. Dit betekent dat de grond waarop de funderingen rusten, is gecompacteerd. Wanneer je dergelijke gecompacteerde grond gaat ondergraven en een beschoeiing plaatst, dan zet je de belasting van het gebouw over op grond die deze voorbelasting niet heeft gehad. Daarom is het essentieel om de moten van de beschoeiing tot op een stabiele diepere grondlaag te brengen.
Twee negatieve effecten
Wanneer je een nieuwe onderschoeiing toch ‘afzet’ in slechtere grond, dan combineer je twee negatieve effecten op een kritisch moment tijdens de onderschoeiing. Enerzijds steunt het gebouw in bepaalde fases tijdens het realiseren van de beschoeiing, nog slechts op de helft van de fundering. Daarnaast steunt de onderschoeiing die de fundering moet overnemen op een te zwakke ondergrond. Door deze combinatie ontstaat er onvermijdelijk schade door zettingen.
Eerste micropalen of groutpalen
In die situatie is het aangewezen om eerst micropalen of groutpalen te plaatsen die het draagvermogen van het bestaande gebouw garanderen. Zo ben je zeker dat dit gebouw niet gaat zakken tijdens het plaatsen van de onderschoeiing.
Steeds vaker
We zien dat dit probleem steeds vaker voorkomt. Zo stijgt de belasting op de gemene muren, omdat architecten steeds meer kiezen voor ontwerpen met minder binnenmuren. Dit vereist een sterkere fundering. Daarnaast wordt er ook steeds meer gebouwd op plaatsen met een minder stabiele ondergrond.
Meer weten over het onderschoeien van een gebouw bij een onstabiele ondergrond ? Contacteer ons gerust voor meer informatie.